In de harde concurrentiestrijd om de gunst van de klant garanderen bedrijven korte levertijden. Maar hoeveel werkdruk mag daarbij op de werknemer worden gelegd? Ter bescherming van de werknemer zijn bij wet minimale rusttijden en maximale werktijden bepaald. Volgens artikel 5:3 Arbeidstijdenwet heeft de werknemer recht op minstens 11 uur onafgebroken rust per dag. Per week heeft hij recht op 36 uur (1,5 dag) onafgebroken rust. Een alternatief is 60 uur (2,5 dag) per 9 dagen. Met betrekking tot de werktijden mag op grond van artikel 5:7 Arbeidstijdenwet niet langer worden gewerkt dan 9 uur per dag, 45 uur per week en in elke periode van 13 weken (kwartaal) gemiddeld 40 uur per week. Wel kan bij CAO daarvan worden afgeweken. Tot maximaal 10 uur per dag, 50 uur per week en in elke periode van 13 weken gemiddeld 45 uur per week. Daarnaast heeft de werknemer recht op 30 minuten pauze per werkdag van niet meer dan 8 uur. Werkt hij meer dan 8 uur, dan heeft hij recht op 45 minuten pauze. Bij een werkdag van meer dan 10 uur heeft hij recht op 60 minuten pauze. De pauzes liggen in de periode tussen 2 uur na aanvang en 2 uur voor het einde van de arbeid. Voor jeugdige werknemers (16 en 17 jaar) gelden langere rusttijden en kortere werktijden. Lukt het niet om binnen deze grenzen de levertijden te halen, dan zal de werkgever een beroep moeten doen op extra arbeidskrachten.
mr. A.S. (Albert) Kasdiran