Auteur: mr. A.S. Kasdiran
Datum: 1 maart 2017
Wie een rechtsbijstandverzekering heeft, mag voor de behandeling van een gerechtelijke of bezwaarprocedure zijn eigen advocaat of andere rechtshulpverlener kiezen.
Dit recht op vrije advocaatkeuze volgt uit artikel 4 van Richtlijn 87/344/EEG van 22 juni 1987 van de Raad van Europese Gemeenschappen. Artikel 4:67 Wet op het financieel toezicht verplicht de verzekeraar het recht op vrije advocaatkeuze in de verzekeringsovereenkomst te vermelden. Echter, in de praktijk werd door de verzekeraar de voorwaarde gesteld, dat rechtsbijstand in beginsel door de eigen werknemers wordt verleend en de kosten van een vrij gekozen advocaat slechts worden vergoed, indien de verzekeraar van mening is dat de zaak aan een externe rechtshulpverlener moet worden uitbesteed.
Volgens het Hof van Justitie mag deze voorwaarde niet worden gesteld. Daartoe heeft zij in het arrest ‘Sneller/DAS’ als volgt overwogen: “Het belang van de voor rechtsbijstand verzekerde houdt in, dat deze in het kader van een gerechtelijke of administratieve procedure zelf zijn advocaat moet kunnen kiezen of elke andere persoon met kwalificaties die door het nationale recht worden erkend” (HvJEU 7 november 2013, Celex: 31987L0344). In navolging van het Hof is in het arrest ‘Y/DAS’ ook de Hoge Raad tot het oordeel gekomen, dat de verzekeraar verplicht was de kosten van rechtsbijstand te vergoeden. In die zaak ging het om een administratieve BBA-ontslagprocedure tegen UWV (HR 3 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2901).
Voor meer informatie:
Kasdiran Rechtspraktijk │T 0412-484256 │ E info@kasdiran.com