Auteur: mr. A.S. Kasdiran
Datum: 8 mei 2019
De transitievergoeding. Voor veel werkgevers een doorn in het oog.
Wanneer u de arbeidsovereenkomst na twee jaar wilt opzeggen of ontbinden, verplicht artikel 7:673 BW u om de werknemer een transitievergoeding te betalen. Dat geldt ook wanneer u een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd na twee jaar niet verlengt. U hoeft niet eens ernstig verwijtbaar te hebben gehandeld. De enkele arbeidsduur roept deze verplichting al in het leven.
Bij langdurige arbeidsongeschiktheid is het verdriet nog groter. De werknemer werkt niet, maar in de eerste twee ziektejaren moet u het loon wel blijven doorbetalen en kunt u de arbeidsovereenkomst niet opzeggen. Zou u de arbeidsovereenkomst daarna wel opzeggen, dan wordt u door de transitievergoeding dus dubbel geraakt.
U zegt de arbeidsovereenkomst daarom ook na het tweede ziektejaar niet op. Zo voorkomt u het betalen van een transitievergoeding. Aangezien u na het tweede ziektejaar geen loon meer hoeft door te betalen resteert er alleen nog maar een slapend dienstverband. Tot nu toe is in de rechtspraak steeds gezegd: “(i) dat er geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten indien een werkgever bij een slapende arbeidsovereenkomst niet tot ontslag overgaat zodat de werknemer een ontslagvergoeding misloopt, en (ii) dat de werkgever ook niet op grond van zijn verplichtingen als goed werkgever (artikel 7:611 BW) verplicht kan worden over te gaan tot opzegging van de arbeidsovereenkomst”.
Slapende dienstverbanden worden echter als ongewenst beschouwd. Met de bedoeling deze tegen te gaan geldt daarom vanaf 1 april 2020 de Regeling compensatie transitievergoeding. Deze regeling komt erop neer dat de werkgever, die de arbeidsovereenkomst na het tweede ziektejaar opzegt en een transitievergoeding aan de werknemer betaalt, de transitievergoeding van het UWV terugkrijgt. De regeling geldt ook voor arbeidsovereenkomsten die zijn beëindigd vóór de datum van inwerkingtreding, maar na 1 juli 2015. Op laatstgenoemde datum is namelijk de verplichting tot het betalen van een transitievergoeding in de wet opgenomen.
De regeling is op 26 februari 2019 in de Staatscourant gepubliceerd en door de terugwerkende kracht zijn slapende dienstverbanden niet meer zomaar toegestaan. Zo heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag in een recente uitspraak geoordeeld dat: “in het licht van de Wet compensatie transitievergoedingen en de uitdrukkelijke bedoeling van de wetgever […] thans niet langer vol te houden is dat het in stand laten van een slapende arbeidsovereenkomst geen strijd met goed werkgeverschap kan opleveren. De vraag of het in stand laten van een slapende arbeidsovereenkomst in strijd is met goed werkgeverschap is afhankelijk van de omstandigheden van het geval” (Rechtbank Den Haag, 28 maart 2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:3109). Het ging hier om een kort geding tussen een zorginstelling en haar statutair directeur. Daarbij was er sprake van een slapende arbeidsovereenkomst zonder enig zicht op een kans dat de werknemer alsnog uit hoofde van die arbeidsovereenkomst werkzaamheden voor de werkgever zou gaan verrichten. Dit als gevolg van haar medische situatie en de verknochtheid van de arbeidsovereenkomst aan de statutaire functie van bestuurder.
Voor meer informatie:
Kasdiran Rechtspraktijk │T 0412-484256 │ E info@kasdiran.com