Werkgevers hechten waarde aan flexibele arbeidsrelaties, zoals oproepwerkzaamheden. Het gaat dan om arbeidsovereenkomsten, waarbij de werkgever de werknemer alleen oproept om werk in loondienst te verrichten als dat er is. Oproepwerkzaamheden vormen volgens artikel 7:628a Burgerlijk Wetboek een uitzondering op de hoofdregel, dat de werkgever geen loon verschuldigd is als de werknemer de bedongen arbeid niet heeft verricht. Als een arbeidsovereenkomst voor minder dan 15 uur per week is aangegaan en de werktijden niet zijn vastgelegd, heeft de werknemer per dienst namelijk recht op minstens 3 uur loon. Ook al heeft hij tijdens die dienst minder of helemaal geen arbeid verricht. De regeling geldt tevens als de omvang van de arbeid niet of niet eenduidig is overeengekomen. Voor ambtenaren is een vergelijkbare regeling te vinden in artikel 11a Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren. Om deze reden dient in de aanstellingsakte het aantal garantie-uren te zijn vastgelegd. De werkgever doet er verstandig aan bij de planning van de diensten rekening te houden met deze regeling.
mr. A.S. (Albert) Kasdiran